Sunday 18 November 2007

VRIJ BLIJVEN

De definitie uit de Regels voor Wedstrijdzeilen
Veel gehoorde uitspraken in de protestkamer:
  • “ Ik heb de andere boot toch niet geraakt?”
  • “ Hij hoefde niet af te vallen, ik kon er makkelijk voor langs”
  • “ Zijn punt kwam aan lij zo dicht langszij, dat ik niks meer kon doen”
  • “ Als ik had opgeloefd was ik te vroeg over de lijn geweest”
Deze uitspraken hebben allen te maken met het begrip vrij blijven uit de Regels voor Wedstrijdzeilen. Blijkbaar zijn er over deze definitie nog veel misverstanden. Eerst maar eens de letterlijke tekst uit het regelboekje:

Vrij blijven: Een boot blijft vrij van een andere als de andere zijn koers kan zeilen zonder de noodzaak van uitwijkende handelingen en, wanneer de boten over dezelfde boeg een overlap hebben, als de lijwaartse boot in beide richtingen van koers kan veranderen zonder onmiddellijk in aanraking te komen met de loefwaartse boot.

In elke verhouding tussen twee boten is er één die voorrang heeft en één die vrij moet blijven. (Ik laat de beperkingen uit regels 14 t/m 18 even buiten beschouwing)
De definitie is geschreven vanuit het standpunt van de boot met voorrang. Deze moet kunnen zeilen bijna alsof de andere boot er niet was. Het eerste recht van de voorrangsboot zit in “zonder noodzaak van uitwijkende handelingen”.
Op het moment dat de boot met voorrang het gevoel krijgt “dit gaat niet goed- ik moet iets doen” is de noodzaak om ontwijkend te handelen al bijna aanwezig. Een paar seconden daarna zal de boot met voorrang al handelen. Hij voelt de noodzaak. Op dat moment is de andere boot volgens de regels NIET vrij gebleven en overtreedt hij daarmee al één van de vier voorrangsregels. Zolang die noodzaak er niet is blijft de andere boot vrij. Natuurlijk zal niet elke stuurman die noodzaak op hetzelfde moment ervaren. De een heeft nu eenmaal een betere “boothandeling” dan de ander. Toch is de regel geschreven met – het voordeel van de twijfel naar de boot met voorrang. In een SB-BB protest moet de BB boot aantonen dat die noodzaak er absoluut niet was. Als daar twijfel over is, zal de SB-boot het protest winnen.

Aanvullend daarop heeft de boot met voorrang nog een voorrecht. Bij twee boten die een overlap hebben en die vlak naast elkaar zeilen zal de lijwaartse boot nu niet direct de noodzaak voelen om ontwijkend te handelen. Hij is immers niet direct in gevaar om geraakt te worden. Daarom is in de definitie ook opgenomen dat hij moet kunnen sturen – naar loef en naar lij – zonder onmiddellijk in aanraking te komen met de andere boot. Anders zou door de nabijheid van de andere boot, de lijboot als het ware gedwongen worden rechtdoor te varen en dat is een beperking die niet past bij een boot die voorrang heeft.

Weersomstandigheden, boottype en alle andere omgevingsfactoren zullen invloed hebben op de afstand die boten onderling houden. In een zeerace met hoge golven is dat anders dan tussen twee J22’s op de Braassem. De definitie is juist geschreven zodat daarmee rekening gehouden kan worden. Als de definitie was geschreven met een bepaalde afstand – bijvoorbeeld een halve scheepslengte – zou dat in veel gevallen als teveel en in andere gevallen als te weinig ervaren worden.

Als boten elkaar raken heeft de boot die moest vrij blijven al een regel overtreden VOORDAT er contact was. Hij is daarvoor al niet “vrij gebleven”.

0 comments:

Post a Comment

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...